Lef

Een bevriend stel heeft het lef gehad om hun vijfde trouwdag in vol ornaat te vieren. Zij leende de bruidsjurk van mijn schoondochter, en hij had nog een  geweldig feestpak. Natuurlijk liep alles uit, het opmaken en de kapper (ook vriendin), maar dat hoort zo in andere culturen dan de Nederlandse ;). Het was echt niet mooi weer en het werd ook te laat op de dag om nog te kijken of het mogelijk was om buiten te shooten, dus ik stelde me er al helemaal op in dat dit een binnenshoot zou worden.

dans
dans

Terwijl ik bezig was alles in te stellen en proef te draaien, probeerden zij een pose. Dat wordt dan gelijk een trigger om meer te willen zien. Ze hadden een paar ideeën, want hun trouwfoto’s liggen onbereikbaar ver in Iran. Ze hebben maar één bruidsfoto mee kunnen nemen naar Nederland. Dus gingen we aan de slag. Ik heb in kleur geschoten, maar dit stel nodigt zo uit om alles zwart-wit te maken. Terwijl het een heel kleurrijk stel is hoor.

KH (88 van 1)k
de loveseat
KH (90 van 1)k
de shots tussendoor vind ik het leukst

 

Hij heeft een piano opgeknapt. Dat was een enorme klus. Maar het is nu een pronkstuk in de kamer.

KH (85 van 1)k
trots op elkaar

Vooruit, dan toch maar die danspose.

KH (87 van 1)k
Hij valt nog steeds op haar
KH (82 van 1)k
Gastvrij, lief, hardwerkend, genietend, serieus en superblij met elkaar.

Ik heb ontzettend genoten van het werken met en voor dit leuke stel.

 

 

 

 

loveshoot

Gisteren was het een mooie rustige dag voor een loveshoot. De twee geliefden hadden aan het eind van de middag met mij afgesproken. Ik zat op het strandje te wachten, maar het rustige weer bracht ongelooflijk veel muggen met zich mee. Niet ideaal voor een leuke shoot. We besloten naar het steigertje te gaan in de hoop dat de muggen zich daar niet lieten zien.

zonnenspel
zonnenspel

Het zonlicht kwam net even tussen de wolken door kijken en dat gaf een mooi effect in het beeld. Het leuke van een loveshoot is, dat die twee super met elkaar op hun gemak zijn, maar nog niet samen met mij. Dat ontwikkelt zich tijdens de shoot.

l (53 van 28)k
ontspannen samen

Het echte dollen begon toen ik dacht dat we klaar waren en ik vroeg of ze nog wensen hadden. Dat leverde wat nieuwe ideeën en beelden op, waarvan ik de laatste echt een toppertje vind. Misschien wel een cliché om iemand letterlijk op handen te dragen, maar het ging zo natuurlijk, stoer en leuk, en op zo’n leuke plek dat ik vond dat het iets moois opleverde.

stoer
stoer

 

 

 

spelletjes

Toen ik basisschoolkind was, waren er maar 6 klassen. Groep 1 en 2 waren een andere school: de kleuterschool. Groep 3 heette bij ons klas 1. Als we uit school thuis kwamen, elke middag om een uur of vier, dronken we wat en gingen meteen weer naar buiten om daar te spelen. Als er genoeg kinderen in de straat waren, dan tekenden we een grote cirkel op straat met krijt en verdeelden dat in stukken. Vervolgens gingen we allemaal met één voet in ons eigen stuk staan en riep iemand: ik verklaar de oorlog aan… en gooide een bal in de lucht en riep hij of zij een naam. Dan moest diegene die werd geroepen heel snel de bal pakken, terwijl iedereen hard wegrende en zich probeerde te verstoppen achter de rij auto’s in de straat. Als degene die de bal had iemand met de bal wist aan te raken, door te gooien, dan mocht hij een voet in het land van die persoon zetten en dan werd er om zijn voet een krijtstreep getrokken. Zo veroverde de aanvaller met de bal land bij iemand anders. Het spel kon heel lang doorgaan, tot mijn moeder onze namen riep en dat het eten klaar was.

Mijn broers deden ook landje-pik met een zakmes. Ze mochten geen zakmes, maar ze hadden er toch één. Dan tekenden ze met een zakmes een groot vierkant in het zand en verdeelden dat in tweeën. Twee tegenstanders mochten dan om de beurt het mes in het land van de ander gooien en zo het mes stond, zo werd er een streep getrokken en werd het land aan het eigen land toegevoegd. Ook dat spel kon heel lang doorgaan.

Ik vond die spellen heel spannend, maar het duurde lang voordat ik daaraan mee mocht doen, want ik was de jongste van de familie en ongeveer van de hele straat, althans dat voelde zo. Dus ik hield me met andere meisjes bezig met knikkeren, touwtje springen en elastieken. Dat elastieken was heel apart, dan ging je tegenover iemand staan, met een paar meter ertussen en je had samen een lang elastiek om je benen. Een derde persoon ging dan met die twee elastische stukken allerlei figuren maken met de voeten, en soms ook met de handen. Hoe ingewikkelder, soms letterlijk, hoe meer punten je kreeg. Dat kon je ook alleen doen, met een touwtje en je handen. Ik kon een vuurtoren maken en een kop en schotel, en ook een schip. Je kon ook een knoop in het midden van een dubbele draad laten hangen en dan laten draaien, als je dan aan het draad trok, dan begon de knoop te zingen. We maakten ook onze eigen mondharmonica met vloeipapier om een kam heen, alleen kon ik er niet goed tegen, want mijn lippen begonnen vreselijk te jeuken als ik er werkelijk geluid uit kreeg.

Net als nu waren er op het schoolplein tijden van knikkeren en tijden van andere spelletjes. Ik heb ook een tijd met een tol en een zweep gelopen. Dat was heel leuk, dan kon je de hele weg naar school een tol draaiende houden door hem steeds een klap met de zweep te geven. Als je hem de stoep op kon laten springen was je echt heel goed.

Ik kan me herinneren dat we iets soortgelijks ook binnen deden. Met de raderen die uit een kapotte mechanische wekker kwamen. We draaiden de raderen als tolletjes op een stenen bord en deden wie het langst een radertje kon laten draaien. Dat was soms heel spannend en het draaien van de tolletjes gaf een mooi zingend geluid.

twee radertjes uit een mechanische wekker
twee radertjes uit een mechanische wekker

Op de zomeravonden waren mijn broers en zussen heel lang aan het badmintonnen in de straat, soms konden ze langer dan 100 slagen de shuttle in de lucht houden. Dat heb ik nooit gered. De 100 was een soort magische grens. Het was geweldig als je die passeerde. Ik kwam zelfs niet eens aan die grens samen met iemand anders. Ik was er niet zo goed in om de shuttle in de lucht te houden.

Bieb

In de bibliotheek vind ik veel wijsheid en richtlijnen, werelden van kennis, opstekers en eye-openers. Vandaag moest ik een paar dingen inleveren en omdat er in een onderzoeksinterview om een foto werd gevraagd, nam ik mijn camera mee. Men vroeg mij de plek waar ik het liefst in de bieb zat, op de foto te zetten. Maar hoe fotografeer je een beleving, een gevoel dat tegelijkertijd rust en grote activiteit weergeeft.

rust
rust

Natuurlijk vertelt bovenstaande plaat helemaal waar ik het liefst zit, op de plek waar nu die meneer zit, met zijn cappucino – die neem ik ook altijd – maar het vertelt niet wat ik beleef in de bieb. Wel iets van de feiten, maar niets van het gevoel.

b (7 van 2)
rust en intensieve aandacht

Door te lezen en te studeren in fotografie tijdschriften heb ik vaak een gevoel van intense aandacht en tegelijkertijd het gevoel van niet bereikbaar zijn, in mijn eigen wereld zitten, heerlijk binnenhooien, vissen, plukken, grazen. Dat allemaal.

letters, woorden, zinnen, boeken
letters, woorden, zinnen, boeken

Maar het struinen tussen de boeken vind ik ook helemaal te gek. Dan neem ik weer zo’n historisch liefdesromannetje van 598 bladzijden mee – voor tussendoor – . Om ook het Wilde Westen in 1700 te verkennen, of over de Russische steppen te rijden, of door Afrika te zwerven als arme zwerverin of rijke gravin, dat maakt niet uit, alles komt uiteindelijk goed, want de droomprins komt echt voorbij en dat niet alleen, hij maakt aanstalten om te blijven 😉

 

Het speelgoed in mijn jeugd

Toen ik kind was had ik geen speciale knuffel of een speeltje waar ik niet zonder kon. Ik kan me heel goed herinneren dat ik een pop kreeg. Ze was zwart met een rieten rokje en een kralenketting van allemaal kleurtjes. Die pop heeft geen lang leven gehad. In mijn beleving is ze maar een dag intact gebleven. Mijn broers vonden het leuk om hoofden af te hakken en benen uit te draaien en armen te confisqueren. Ik huilde en schreeuwde, denk ik. Maar hoe het afgelopen is, weet ik echt niet. Hoe ik aan onderstaande pop ben gekomen weet ik niet goed. Ik herken de pop niet eens. Ik weet ook niet hoe lang ik er mee gespeeld heb.

met pop
met pop

Dit is wel een moment waarvan ik me kan herinneren dat hij volledig in scene is gezet. Iedereen moest om het orgel gaan staan en meezingen. Volgens mij kwam er totaal geen geluid uit mijn broers mond en vond hij het geweldig om zo op de foto te komen. Mijn zus speelde wel echt. Ik moest zo lachen! Ik kan me echt niet herinneren dat we met zijn allen bij het orgel zongen. We zongen wel echt als mijn vader ons naar bed bracht en zijn mondharmonica tevoorschijn haalde. Ik vond het zo mooi als hij speelde!

Ik speelde binnen met blokken en buiten met water of wat er voor handen was en dat was eigenlijk niet veel. Ik kan me een dag in de zomervakantie herinneren, dat mijn broer een ongelooflijk waterpark had gebouwd en ik daar enorm van genoot. Hij had de hele keuken leeggehaald en slangen met trechters en pannen en teilen verbonden. Op die dag ontdekte ik, dat als je aan een slang zoog en het andere einde hangt in het water, dat het water dan begint te stromen.

Later ontdekten we de speelgoedwinkel en mijn broer die een enorm goede spaarder was, kocht er een racebaan met twee auto’s. Die auto’s hadden twee metalen lipjes onder hun carrosserie, die raakte aan een metalen spoor in de baan en ze konden op afstand bestuurd worden als je de knop op je bestuurderskastje indrukte.

Mijn broers spaarden speldjes, die kreeg je bij van alles en nog wat. Herinneringsspeldjes en speldjes die over een product gingen. Ze prikten ze op een prikbord met vilt. Ik spaarde postzegels. Maar ik wist niet hoe ik dat het beste aan kon pakken. Toch heb ik er wel wat geld aan uitgegeven en een mooie map vol gehad.

Namen

Ik kreeg twee namen: Frederika Jacoba. De eerste was van een tante van mijn moeder. Misschien vond ze haar wel heel aardig. De tweede van een ongetrouwde zus van mijn vader. Het was zielig als je niet trouwde, dus was het belangrijk dat er iemand in de familie naar je vernoemd werd dan had je toch een soort van kind. Die tante heeft mijn oma verzorgd tot ze stierf. Jarenlang lag die oma op bed omdat ze niet meer kon lopen. Zo erg waren haar knieën versleten. Ze had veel gewerkt in haar leven en voor haar gezin van 13 kinderen. Alles heeft ze gelopen, ik kan mij niet herinneren dat ze ooit fietste. Ik ken haar nog wel van heel vroeger, ongeveer in de tijd waarin deze foto werd genomen. Op zaterdagmorgen deden we de was voor de hele week. Ik geef hier mijn oudste zus een paar knijpers aan. De zus daaronder is serieus aan het ophangen en mijn moeder kijkt lachend om. Ze lachte heel veel. Ze had altijd woordspelletjes en hield van allerlei puzzels. Ze vlocht ‘s morgens vroeg twee lange vlechten een de zijkanten van haar hoofd en sloeg ze dan naar de andere kant en speldde ze vast. Ik vond het mooi staan.

de was op zaterdag
de was op zaterdag

Op zaterdagmiddag gingen we dan naar mijn oma, de moeder van mijn vader en ik kan me een moment herinneren, dat we de poort aan de achterkant van haar huis binnengingen en dat ze daar stond, naast de rookton. Die geur zal ik nooit vergeten, de geur van gerookte vis. Daarom houd ik zo van kampvuren, denk ik. Ik zag de spiesen hangen met allemaal vissen aan één spies. De spies was dwars door hun kop gestoken. Ik kan me nog herinneren dat mijn vader mijn oma begroette en iets van waardering zei over het vis roken. Mijn oma woonde naast een kaasfabriek. Die rook naar ultra vieze sokken, echt super walgelijk.

Leesvoer

Vandaag was het weer oppasdag. Ik stopte wat extra leesvoer in mijn tas. Ik had het met al het andere voer bij de Aldi gekocht. Het ging over dieren en kleren enzo. Het leek me wel leuk om samen met Jip eens tot ons te nemen. Met een lekker bakje koffie nestelde ik me samen met Jip op de grote grijze bank. We namen de boeken een keer of zes door met bijbehorende woorden en geluiden. Ik moet zeggen dat ik alle aandacht kreeg en dat Jip zelfs probeerde om de geit na te doen. Als ik mekkerde, begon Jip op een aparte manier te lachen, wat mij ook weer aan het lachen maakte.

Jbl (1 van 15)
serieus aan de studie
Jbl (2 van 15)
nog steeds heel serieus aan de studie
Jbl (9 van 15)
het aantal bladzijden wordt gecheckt
Jbl (8 van 15)
De inhoud wordt beoordeeld op kleur en vormen
Jbl (7 van 15)
af en toe een zacht en welgemeend commentaar met handgebaren erbij
Jbl (6 van 15)
dan valt hem op dat er steeds een knuffelkonijntje tussendoor verschijnt
Jbl (4 van 15)
Even kijken op de volgende bladzijde of het knuffelkonijntje ook daar staat
Jbl (3 van 15)
Ja, zie je wel, ik heb hem gevonden! Joh! Wat doe je daar toch bij al die kleding???

Ik constateer dat Jip al op zeer jonge leeftijd een echte onderzoeker en uitvinder is. Wow! Mijn hart zwelt van heuse trots om wat hij allemaal ontdekt en uitvindt! Kijk! Dat zit vast in de genen. Ik vraag aan Jip of hij ook trots op mij is, maar dan trekt hij een zuinig mondje. Hij weet dat nog niet zo goed. En bovendien heeft hij het veel te druk met het nieuw aangeboden leesmateriaal. Even terug naar het dierenboekje, want daar was het allemaal mee begonnen. Toch nog even kijken of daar ook iets aan te ontdekken valt.

Jbl (11 van 15)
Dat is lachen!
Jbl (10 van 15)
Ik kom niet meer bij!
Jbl (13 van 15)
Die katten weten altijd wel iets leuks te verzinnen.

Daarna kwamen we in het laatste stadium van het groot leesboekonderzoek. Het materiaal moest getest worden op bruikbaarheid tegen zon, regen, bliksem en sneeuw. Ook moest er gekeken worden of het Groot Kiekeboespel er mee gespeeld kon worden.

Jbl (55 van 7)
oké, groot genoeg als zonnescherm
Jbl (54 van 7)
helpt ook tegen bliksem
Jbl (53 van 7)
Ik heb er geen woorden voor, geen sneeuw in mijn nek!
Jbl (51 van 7)
Zo kan ik zelfs incognito gaan, of spion worden.
Jbl (58 van 1)
Als niemand mij ziet, ben ik er niet.

Uren kun je doorgaan met lezen, onderzoeken, doorvorsen, ontdekken. Het is een zeer vermoeiende bezigheid. Nadat we aldus hadden gedaan, ging Jip tevreden zijn siësta houden en kon ik mij verdiepen in de Jezus! glossy die op een standaard al een tijd op me stond te wachten. Heerlijk! Eerst even in de zon op het balkon en daarna uitgestrekt op die grote grijze heerlijke ligbank. Uitrusten. Ik ben blij met af en toe zo’n oppasdag! En Jip denk ik ook wel.

Jbl (56 van 7)
neus, oog, oor, arm, been, buik
Jbl (16 van 1)
Ja, oma, zo is het allemaal echt!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In een ziekenhuis geboren

Mijn moeder moest naar het ziekenhuis op vrijdag 27 mei voor controle. Toen zei de dokter dat ze moest blijven. Ze had al veel te lang met mij in haar buik rondgesjouwd. Ik weet niet hoe ze mijn vader heeft ingelicht. Maar hij moest dat weekend voor de andere vijf kinderen zorgen of zorgen dat iemand anders voor hen zorgde. Op zaterdagmorgen om een uur of twaalf werd ik uit de buik van mijn moeder gehaald. Ik was één van de gemiddeld 380 mensen die die dag geboren werden en toevallig weet ik dat Ben Ketting ook op die dag geboren is. Het ziekenhuis heette Parkzicht.

Parkzicht
Parkzicht

Het park waar het ziekenhuis zicht op had, was het Timorpark, later het Churchillpark. Elke zondagmorgen wandelden mijn vader en ik via dit park naar de kerk, dus ongeveer half Den Helder rond. Er was dan letterlijk niemand op straat en wij voerden in dat park de eendjes het opgespaarde oude brood van de hele week. Er was een fontein, waar het licht iedere keer weer anders in scheen. Ik vond de eenden een beetje te brutaal, maar mijn vader zei dat het ook goed was om aan de musjes te denken die ook op het brood afkwamen, dus gooiden we wat voor het bankje waar we zaten, en een stuk achter het bankje waar we dan zaten, waar de vogels in de bomen en heesters woonden.

Timorpark vroeger
Timorpark vroeger

Na het eendjes voeren liepen we naar de kerk, waar ik een glas water op de preekstoel mocht zetten. De zondagmorgens waren de momenten waarop ik mijn vader voor mijzelf had, want mijn moeder en broers en zussen lagen dan nog op bed en kwamen pas naar de kerk als de dienst begon. We kletsten dan over van alles en nog wat. Het best herinner ik me nog de verwondering van mijn vader over de natuur die God geschapen heeft. Het was een soort stilte tussen alle stormen in. Op zaterdag had mijn vader de was gedaan, die door mijn zussen werd opgehangen aan de lange lijnen die over onze achterplaats hingen. Ik werd samen met mijn broer er op uit gestuurd om krentenbroden te kopen, of kippen op de markt, zodat mijn moeder kippensoep kon maken. Die krentenbroden waren gigagroot en toch waren ze ontzettend snel op. Mijn moeder sneed daar dikke plakken van en er gingen dikke plakken roomboter op, bij de koffie. We kochten die broden achterom bij een broodfabriek en niet in een winkel. Toen ik heel klein was, gingen we op zaterdagmorgen na de was ook nog naar de markt om groenten en fruit te halen. Fietstassen vol. Er was altijd reuring en lawaai in het kleine huis waar ik opgroeide, dus die zondagmorgenstilte kan ik me heel goed herinneren. Het hoorde tot de momenten, dat ik mijzelf kon horen praten.

Geboortejaar: 1960

Het jaar 1960 is mijn geboortejaar. En het meest bekende woord uit de 60-er jaren van de vorige eeuw was: nozem. Met nozem wordt de probleemjongere, de opstandige jongere bedoeld. Toen ik klein was had ik dat nog niet zo in de gaten, maar later werd dit een gewoon woord in ons gezin, omdat één van mijn broers en verschillende andere tienerjongens wel aan dat beeld beantwoordden. Mijn moeder kookte voor de lunch en iedereen kwam thuis warm eten. Ze floot terwijl ze kookte. Meestal dezelfde deuntjes: “Oh mein papa…” een hit uit 1954 en nog andere liedjes. Ze deed ‘s morgens altijd de arbeidsvitaminen op de radio aan. Ik weet alleen niet wanneer die radio in huis gekomen is. Misschien was die er altijd al, omdat hij in de oorlog zo’n heldenrol heeft gespeeld. Daarom was een radio niet slecht, maar de tv die later kwam, die werd als bijzonder slecht aangemerkt en mijn ouders hebben er daarom nooit één in huis genomen.

mijn oudste broer bij de radio
mijn oudste broer bij de radio

Hier staat mijn oudste broer bij de radio, die keurig op een plankje in de kamer stond, dit is in het jaar voordat ik geboren werd. Mijn broer is hier 7 jaar oud. Het was grappig om aan die knoppen te draaien, dan hoorde je een specifiek afwisselend laag en hoog geluid als je even over een frequentie heen ging, net wat er gezegd of gespeeld werd. ‘s Morgens zat ik dus met mijn kleuteroren vastgeplakt aan de radio en luisterde naar al die liedjes, meestal over de liefde en de heimwee naar… Later was er tussen de middag een show, die ‘de show van Kees Schilperoort’, dat ging overal over en hij had een orkest in zijn studio. Ik weet helemaal niet waar het allemaal over ging, maar het item wat het meest mijn aandacht trok, was een geluid dat geraden moest worden. Als iemand opbelde en die had het geraden, kregen ze het bedrag dat elke dag weer verhoogd werd met 10 gulden. Superspannend! We wisten soms wat voor geluid het was, maar we hadden geen telefoon om het bedrag binnen te slepen, bovendien zouden we niet hebben mogen bellen, want Oud-Gereformeerde mensen doen niet aan kansspelen.

Tijden van omzien en ommekeer

Langzaam word ik wakker uit de winter. Het wordt tijd om terug te kijken en vooruit te zien. Evaluatie van wat ik heb gedaan en wat ik wil gaan doen. Ik ga nu het zesde jaar in van mijn bedrijf. Mijn kinderen de deur uit, een kleinkind gekregen. Sommige taken achter me gelaten. Nieuwe inzichten gekregen. Tijd voor nieuwe contacten en nieuwe input. Vanmorgen had ik als eerste een afspraak met een bekende marketing mevrouw uit mijn stad. Leuk om haar verhaal te horen, en leuk om dat van mij te vertellen. Ze zei zeker inspirerende dingen, zoals: “Sommige dingen komen gewoon op je pad, terwijl je zelf nieuwe stappen zet.” Dat is wel mooi gezegd, want ik heb per dag wel een aantal nieuwe ideeën en overweeg dan welke stappen die ideeën zullen vergen en soms zet ik dan een stap en vervolgens komen er weer nieuwe ontwikkelingen en ideeën. Ik heb met mijn bedrijf al ‘vele havens aangedaan’.  Toch is de uiteindelijk koers nog niet echt bepaald, en daar wil ik wel naar toe.

Na deze verkwikkende lunch kwam ik in de stad een boek tegen: “Oma, vertel ‘s!”.  Zo’n boek inspireert me dan ook weer. Zal ik alvast beginnen met beschrijven hoe ik mijn jonge jaren heb ervaren aan de hand van de vragen die in dit boek gesteld worden? Ik geloof echt dat kinderen van deze tijd zich echt niet meer kunnen voorstellen hoe blij ik was als ik een kwartje van mijn moeder kreeg op een hete zomerdag om een ijsje van sinaasappelsap te halen bij de groenteboer.

Ik heb niet eens een baby foto. De eerste foto van mij is toen ik een jaar of drie was.

een van mijn eerste foto's
een van mijn eerste foto’s

Dus dat was in 1963. Het was de tweede keer dat er een officiële gezinsfoto werd gemaakt door een fotograaf die aan huis kwam. De eerste keer was in 1958, doen mijn broer een baby was. Het zal wel prijzig geweest zijn voor mijn ouders om dat vaak te doen. Ik kan me het moment nog vaag herinneren, want ik kende dit spel helemaal niet en ik moest opeens doen of ik zin had om het te spelen. Ik vond het een beetje dom. Dat zie je ook wel in mijn ogen en de verlegenheid, die ik vroeger had. Niemand kan zich dat waarschijnlijk voorstellen, maar als jongste van een groot gezin, was ik stil en verlegen. Ik kan mij niet herinneren, dat als ik iets zei, er ook iemand luisterde. Ik was de kleinste en ik voelde me ook de kleinste, hoewel ik groter groeide dan mijn beide zussen. Ik ben in het ziekenhuis uit mijn moeder gesneden. Er was voor mij geen andere weg mogelijk in verband met complicaties met betrekking tot mijn bloedgroep en die van mijn moeder. Ik moest in de couveuse, maar was wel een beetje groot ten opzichte van de andere couveuse kinderen, vonden de verpleegkundigen. Ik was 6 pond en zag er goed uit, zei mijn moeder. Zie je dat tafelkleed? In die tijd had iedereen zo’n soort tafelkleed. Als dat tafelkleed kon vertellen… Dat tafelkleed lag alleen op tafel als er visite kwam. Normaal lag er een tafelzeil op de tafel. Onze tafel kon aan twee kanten uitgeschoven worden. Dat gebeurde dan ook voor de avondmaaltijd. En voor als we wilden pingpongen of sjoelen op zaterdag- of zondagmiddag bijvoorbeeld. Omdat ik de kleinste was, was ik goed genoeg om tafel te dekken, maar meedoen met tafeltennis was er niet bij. Pas toen ik tiener was en mijn broers en zussen de deur uit waren, maar toen kon ik niet tegen hen spelen, alleen tegen mijn moeder en die was veel te fanatiek. De sjoelschijven vlogen soms bijna door de voorraam heen.