Blue Monday

Het is vandaag een heerlijke dag! De lucht is blauw. De kou is blauw. Zelfs de druifjes in mijn tuin zijn al blauw. Dat mocht nog niet, maar december was zo warm dat ze besloten om naar boven te groeien en in januari de eerste bloeiers te zijn. Wat een lente!

BD (1 van 1)k
blauwe maandag druifjes

Vanmorgen weer bij mijn vriendin Saskia geweest, zoals zij vorige week maandag bij mij was. Meestal boenen we wat, maar deze eerste twee werkmaandagen hebben we gekletst en computerdingetjes gedaan. Ik denk dat we vanaf volgende week wel weer gaan poetsen. Deze blauwe maandagmiddag ben ik even naar buiten gelopen voor een paar stralende zonlicht shots van deze aparte lentewinter. Daar word ik best vrolijk van. Eenmaal weer binnen werd ik toch een beetje stil door het lezen van een opmerkelijk artikel met de openingszin: Is bedelen werk? Na deze zin werkte de auteur dat zo knap uit, waaruit bleek dat bedelen wel degelijk een heleboel inspanning vergt. Je moet concurreren met anderen, je moet een goed verhaal verzinnen, je moet een goede plek hebben, je moet je uiterlijk mee hebben, je bent in weer en wind bezig en je moet steeds manieren verzinnen om op te vallen. Door dit verhaal bleken de grenzen tussen bedelen en werken wel wat te vervagen. Het hele artikel zet me ook aan het denken. De wereld van inspanning en beloning is een vreemde wereld, een wereld waar we al zo lang aan gewend zijn, dat we er nauwelijks gedachten over spenderen. Ik wil tijd nemen om voor mijzelf uit te werken waarom mensen dezelfde diensten verschillend waarderen. Bijvoorbeeld: ik ben deze weken bezig met een aantal interviews en fotosessies voor het blad van onze gemeente. Dit blad is intussen tot een leuke Glossy uitgegroeid en het is al voorgekomen dat er te weinig afgedrukt bleken te zijn na afname. Zouden de leden van mijn kerkelijke gemeente, die misschien met gemak een Linda of welke Glossy dan ook voor een tientje in de winkel kopen, zich afvragen hoeveel uren wij als makers kwijt zijn en hoeveel inspanning we leveren? Ik denk het niet. We zijn op de één of andere manier gewend aan het werk dat vrijwilligers doen en vertalen dat meestal niet terug naar onze eigen portemonnee. Als we dat wel deden, zouden we, als redactie van het blad, eens per jaar bijvoorbeeld een Special kunnen maken om uit te delen aan anderen, om uit te reiken naar anderen.

Laatste shoot van het jaar

Het was vandaag ontzettend leuk om bij een neef en zijn vrouw op bezoek te zijn en hun kleintje op de foto te zetten. Alles meegenomen: mijn sinaasappelkist met schapenvacht. De baby is vijf maanden en wat een schatje! Hij begrijpt al dat iedereen hem gewoon lief vindt en lacht blij terug bij elk contact. Toch is de camera zo’n aandacht vreter die niets zegt om hem aan het lachen te maken. Dus Jaap doet van alles om mij heen om zijn aandacht te vangen en een reactie uit te lokken. Uiteindelijk is de aandacht verslapt en zit hij lekker bij zijn papa op schoot. Nu, die weet hem echt te vermaken. Wat een prachtig gezicht!

gewoon stralen van geborgenheid
gewoon stralen van geborgenheid

Natuurlijk zijn de foto’s op zijn buik op de schapenvacht de foto’s die waarschijnlijk aan de muur komen te hangen. Ach, als je de baby in zijn ritme volgt dan komen er vanzelf wat juweeltjes uit.

De reus van de overkant

Ergens nadat ik thuisgekomen was na de morgen drong het tot me door, dat ik steeds een indringend kettingzaag geluid hoorde en dat dat al begonnen was voordat ik het huis verliet. Ik stapte de deur weer uit om te zien, wat er aan de hand was. O, nee toch! De in de nazomer door de bliksem getroffen reus aan de kant van de vijver werd bewerkt. Heel erg verwerkt. Steeds als de mannen een aantal stammen hadden weg gezaagd begonnen de mannen op de grond met een andere kettingzaag er blokken van te maken, die ze vervolgers in de versnipperaar stopten. Die spuugde een stroom gele snippers in een enorme puinbak, die voor dat doel was neergezet. Gezien het formaat van de puinbak, was het waarschijnlijk wel de bedoeling om de boom te elimineren. Deze grote reus! Zou hij ziek zijn? Zou de bliksem zijn kern hebben geraakt? Hij droeg altijd duizenden spreeuwen als die in wolken over de wijk vlogen en daar even neerstreken. Of ‘s avonds daar hun hangplek kozen. Hij was een baken voor trekvogels die er kwamen uitrusten. Dezelfde boom waar vrienden van mijn zoon een te gekke persiflage maakten van een Barbie song clip met “come on Barbie, let’s go party”. De reus die als het ware Stadsdennen bewaakt, hoger reikend dan welke boom of gebouw ook in de omgeving. Ik pak mijn camera. Ik ben eigenlijk al te laat, want de kaalslag is al behoorlijk ver gevorderd.

houtpulp uit de pijp
houtpulp uit de pijp

Oh oh! Ik vind het pijnlijk om te zien hoe de ene tak na de andere, die stuk voor stuk zo dik zijn als een normale boomstam, naar beneden komt. Ik besluit als buurvrouw van de overkant, niet dichterbij te komen, overigens zie ik dat de mannen volgens een strikt protocol werken. Geen ‘grondman’ komt in de buurt als de mannen in de kruin bezig zijn, wat ze ook doen. De mannen in de kraan doen helemaal niets wanneer de mannen beneden de dikke stammen in plakken zagen en naar de versnipperaar dragen en direct verpulveren. Ik kies voor een totaalplaatje. Dat gaat tegen de fotografie wet in. De boom vangt de blik, maar het ging mij om die spuitmond met gele houtpulver. Ik heb geen zin om weer naar binnen te gaan en stel me tevreden met het totaalplaatje. Ik weet dat ik er misschien spijt van ga krijgen. Maar om het dan helemaal goed te doen, zou ik mijn telelens moeten pakken en mijn positie moeten veranderen en ernaar toe lopen om dat spuitende hout beter in de picture te kunnen krijgen. Ik blijf toch maar aan deze kant van de vijver, want de mannen zijn toegerust met allerlei veiligheidskleding, ik waag me dus niet dichterbij.

gigatakken
gigatakken

De mannen werken zich in het zweet en weten van geen stoppen. Eerst moeten ze door het bos weer bomen kunnen zien, heb ik het gevoel. Ik kies ervoor om de vallende tak te laten spiegelen in het water en wacht tot ze een grote te pakken hebben. Mijn camera had een fractie later moeten ontsluiten, want nu is de tak wel los van de boom, maar hij lijkt nog onder het bakje te hangen. Weer stel ik mezelf tevreden, ik heb er een beeld van, ook al is het niet helemaal perfect.

Zoveel werk!
Zoveel werk!
de straat is afgezet, er mag niemand langs
de straat is afgezet, er mag niemand langs

‘s Avonds als het tijd is om naar huis te gaan staat er nog maar een iele slungel, hij heeft bijna niets meer om het lijf. Het voelt naakt en kwetsbaar. Heel kwetsbaar. Misschien is hij al gestorven… van verdriet en pijn. Ik hoop het. Ik loop naar binnen om toch mijn telelens te pakken, als ik niet dichterbij kan komen, zie je ook niet hoe gigantisch die reus eigenlijk is, hoewel het bakje en de mensen maar klein zijn tegen de boom. Door met de telelens een opname te maken krijg ik beter een indruk van de hoeveelheid werk die de mannen nog te verrichten hebben, wat een boom! Eronder heb ik de camera op het juiste moment kunnen laten sluiten, de tak stort precies tussen boom en het dak van de achterliggende flat naar beneden. Ja, dat is veel mooier zo! Het silhouet van de mannen duidelijk in het bakje, het is of de ene man de tak nastaart, of hij goed terecht komt.

kaalgeplukt en op weg om te sterven
kaalgeplukt en op weg om te sterven

Dan komt het zonnetje boven het dak van de flat onder de wolken tevoorschijn. Ik richt mijn lens tegen de zon in en weet dat ik zonnevlekken ga krijgen in het beeld. Dat vind ik interessant om mee te experimenteren. Ik zie het licht weerkaatst on de wateroppervlakken en wacht weer op een moment dat er een tak naar beneden komt. Het is nog steeds lastig in te schatten: zodra de zaag stopt, komt de tak naar beneden, ik ben weer iets te snel, het had fraaier geweest als ik hem in die zonnevlek had gekregen. Maar toch een mooi plaatje van onze vijver met die wolkenpartijen er zo boven. Toch lastig om dit hele proces goed vast te leggen. Soms vertelt één opname het hele verhaal en soms moet je met verschillende opnamen een verhaal vertellen.

Vlak voordat de mannen besluiten dat het genoeg is geweest, ga ik ook naar binnen. De zon scheen wel even, maar ik voelde me niet blij. Wat een misère en dat in mijn eigen laan. Ik heb het er koud van gekregen. Misschien ligt er aan de overkant nog een blok van een van de takken om van de zomer in onze vuurkorf verbrand te worden. Dat lijkt me een waardig symbolisch einde. Arme reus, ik zal je missen.

Winter

Het is mooi in het centrum. Er is een ijsbaan en een kerstmarkt. Vandaag was er een groep schoonrijders op de schaats in klederdracht. Een uitstervende hobby. Voordat ze opkwamen, stond één van hen nog een sigaartje te roken op het bordes van de muziekschool. Je ziet de discolichten van de ijsbaan nog weerspiegeld in het glas van de deur. Hij geniet nog even voordat ze op moeten.

wachttijd
wachttijd

Ik krijg het visitekaartje van één van de bestuursleden, of ik de foto’s op kan sturen. “Ja, u kunt ze van mij kopen, zeg ik, ik stuur ze u in klein formaat”. Dat is goed, zegt hij.

mooie kleuren op het ijs
mooie kleuren op het ijs